1989 – 2001 De R129 viert zijn 35e verjaardag
De wereldpremière van de nieuwe SL-modelreeks R129 was één van de hoofdattracties van de Automobiel Salon van Genève die in maart 1989 werd gehouden. Met de voorgaande SL (R107), hadden de volledig nieuw geconstrueerde 300 SL, 300 SL-24 en 500 SL weinig gemeen. Een belangrijke verbetering was de passieve veiligheid voorzieningen. Een integraal onderdeel van het nieuwe veiligheidsconcept werd gevormd door de automatische rol-beugel. Een primeur in de automobielproductie. Bij een dreiging van omslaan werd de door sensors gestuurde rolbeugel binnen 0,3 seconden elektromagnetisch uitgeklapt. Ook kon de beugel naar wens van de bestuurder omhoog gezet worden. De hardtop bestond uit lichtmetaal en was daarmee 10 kg lichter dan die van de R107. Het gewicht van de carrosserieconstructie was nauwelijks gestegen ondanks de verbeterde veiligheidsaanpassingen. De nieuw ontwikkelde integraalstoelen boden bij een zijdelingse botsing verhoogde veiligheid. Het dragende stoelframe maakte het mogelijk om het gordelsysteem met gordelspanners, gordelhoogte verstelling en daaraan gekoppelde hoofdsteuninstelling in de stoel te integreren. De stoelenverstelling was daarbij geheel elektrisch.
Rolbeugel en windschot
De elektrohydraulische kap waarmee de R129 standaard uitgerust was bood bijzonder veel comfort. Het dak kon binnen 30 seconden worden geopend of worden gesloten. Daarbij werden de zijruiten en de rolbeugel naar beneden geschoven en aansluitend weer in hun uitgangspositie terug gebracht. Een verdere noviteit, die voor het eerst in de R129 modelreeks ter beschikking stond, was het zogenaamde windschot. Het windschot bestond uit een frame met luchtdoorlatend gaas dat zich met enkele handgrepen aan de rolbeugel liet bevestigen en in opgeklapte toestand het rijcomfort bij geopende kap duidelijk verhoogde. Het windgeruis en tocht werd met dit schot sterk gereduceerd. De SL was een combinatie van bewezen en nieuw ontwikkelde componenten. De wielophanging kwam in principe met dat van de limousines uit de modelreeksen W201 en W124 overeen. Verder werden technieken uit de nog te introduceren W140 S-Klasse toegepast. Op verzoek was tevens een nieuw ontwikkeld hulpsysteem leverbaar, dat drie deelsystemen met elkaar combineerde. De niveau-instelling en –regeling op de voor- en achteras hield de voertuighoogte bij draaiende motor steeds constant. Met deze automatische, snelheidsafhankelijke niveauverstelling werd op basis van de gereden snelheid het niveau van de auto verlaagd of verhoogd. Het derde component, het adaptieve dempersysteem ADS, regelde de verstelbare demping door middel van sensoren. Overeenkomstig sportieve aspiraties werden alle modellen van de R129 reeks standaard van 16” lichtmetalen velgen in 15-gaats design en met banden in de maat 225/55 ZR 16 voorzien. Deze in vergelijk met zijn voorganger grotere wielen lieten de inbouw van groter bemeten remmen toe, die op de verbeterde prestaties van de nieuwe SL berekend waren. Bij alle drie de modellen hoorde ABS tot de standaarduitrusting.
Motorische doorontwikkeling
Ook bij het motorenaanbod werd het nieuwe met het oude gecombineerd. Alle drie de motoren die verkrijgbaar waren vanaf de introductie werden standaard van een door een katalysator geregeld uitlaatgas-reinigingssysteem voorzien. De 3-liter zescilindermotor van de 300 SL (M103) had zich al geruime tijd bewezen in de limousines van de W124 en de W126 series en werd in de SL in een opgewaardeerde versie ingezet. De belangrijkste verbeteringen bestonden uit het opnieuw vormgeven van de verbrandingsruimte, waardoor de ruwe uitstoot van loolwaterstoffen verminderd werd, en een wijziging aan het uitlaatgas-reinigingssysteem. Door het wegvallen van de dicht bij de motor geplaatste, thermisch hoog belaste voorkatalysator en de grotere diameter van de uitlaatpijp van de tweestrooms katalysator kon het vermogen van de M103 motor van 180 tot 190 pk verhoogd worden. De 3-liter vierklepsmotor van de 300 SL-24 was een nieuw ontwikkelde constructie van de M103 motor. Qua draaiende delen kwam deze grotendeels met de tweeklepsversie overeen. Nieuw waren de vierkleps-cilinderkop en de voor het eerst bij een Mercedes-Benz toegepaste elektronisch geregelde verstelling van de inlaat nokkenas. De hogere compressieverhouding en een elektronische ontsteking met anti-klopregeling resulteerden in 40 pk meer vermogen voor de vierkleps M104 motor. Op de Salon van Genève zorgde de 500 SL voor opzien. Het was het topmodel van de nieuwe SL-modelreeks en uitgerust met een 326 pk sterke 5-liter V8 vierkleps motor. Daarmee was het De sterkste Mercedes-Benz personenauto op dat moment was. Constructief baseerde de V8 vierklepper M119 zich op de al sinds 10 jaar bekende lichtmetalen 5-liter M117.
Met het oog op de hogere prestaties had men vergaande modificaties aan het carterhuis, de krukas en de drijfstangen doorgevoerd. De nieuwe vierkleps-cilinderkoppen waren net als de zescilinder voorzien van verstelbare inlaat nokkenassen. De productie van de nieuwe SL-modellen vond niet, zoals bij zijn voorgangers, in Sindelfingen plaats, maar was om capaciteitsredenen naar Bremen verplaatst. Daar ging in maart 1989 de serieproductie van start.
6-liter V12
Vanaf oktober 1992, was de SL ook met een sterke 6-liter V12 motor leverbaar, die reeds dienst deed in de limousines en coupé’s van de W140. Ter verdere vermindering van de schadelijke uitlaatsgassen werd het injectie systeem gemodificeerd en werd er afgezien van de mengsel-verrijking bij volgas. De sterkste motor van het personenauto-gamma mobiliseerde daarmee “slechts” nog 394 pk, 14 pk minder dan de oorspronkelijke versie. Het nieuwe topmodel van de SL-serie was standaard met een hele reeks aan extra’s uitgerust, die bij de 500 SL alleen tegen meerprijs leverbaar waren. Naast het adaptieve dempersysteem met niveau-regeling aan de voor- en achteras omvatte de basisuitrusting onder andere Tempomat, automatisch dimmende binnenspiegel, koplampwissers, automatisch geregelde airco, lederen bekleding en stoelverwarming. Uiterlijk kon de 600 SL alleen aan het typeplaatje en de beide “V12” emblemen herkend worden, die bij de luchtuitstroom openingen achter de wielkasten aan de voorzijde waren geplaatst. Met het verschijnen van de 600 SL werd ook de 500 SL licht verbeterd. De voordien gebruikte versie van de vierkleps-V8 met Bosch KE-Jetronic injectie werd door de “Einheitsdeckmotor” vervangen, die we kennen uit de 500E en in de limousines en coupé’s van de S-Klasse W140. Karakteristiek voor de nieuwe motor waren het gewijzigde motorcarter en het elektronisch geregelde Bosch LH-Jetronic injectie-systeem met luchtmassa-meting. Net als bij de V12 motor werd afgezien van de mengsel verrijking bij volle belasting, een verlies van 5 pk. In juni 1993 werden ook aanduidingen aan de nieuwe typologie aangepast, die bij de presentatie van de W202 C-Klasse was ingevoerd. De legendarische en rijk aan traditie afkorting “SL” werd nu door een 3-cijferig getal gevolgd. Tegelijkertijd waren er ook technische wijzigingen te noteren. Beide zescilinder modellen kregen nieuwe motoren. De tweekleps en vierkleps varianten van de bekende 3-liter motoren werden door twee vierkleppers met 2,8- en 3,2 liter cilinderinhoud vervangen. De 2,8 liter motor van de SL 280 werd sinds oktober 1992 in de W124 serie en in de S-Klasse limousine 300 SE 2.8 gemonteerd en overtrof de M103 qua vermogen en koppel bij gelijk benzineverbruik. Bij de 3,2 liter motor, die al sinds maart 1991 in de S-Klasse modellen 300 SE en 300 SEL werd toegepast, lag het maximum koppel duidelijk hoger en werd bereikt bij een lager toerental. De SL 280 was als enige versie nog leverbaar met een handgeschakelde 5-bak.
Verbeteringen in nuances
In september 1995 werden op de Frankfurter IAA de optisch en technisch geactualiseerde SL-modellen gepresenteerd. De opgewaardeerde varianten kenmerkten zich door een licht gewijzigd carrosserie-ontwerp, een meer uitgebreide standaarduitrusting en nieuwere techniek. De carrosserie werd slechts minimaal veranderd. Nieuw vormgegeven voor- en achterbumpers, kleurloze knipperlichtglazen aan de voorzijde en de licht gewijzigde grille met nu zes lamellen lieten de SL nog dynamischer lijken. De zijbeplating was, net als de bumpers, niet meer in een contrasterende kleur gelakt maar in de kleur van de auto gespoten en hadden gewijzigde uitstroomopeningen. Verdere vernieuwingen waren de geheel in rode kleur lijkende bichromatische achterlichten en nieuwe lichtmetalen velgen in 12-gaats design, waarmee alle SL-typen nu standaard geleverd werden. Op verzoek stond bovendien een glazen dak met zonnescherm ter beschikking, dat in plaats van de gebruikelijke hardtop gemonteerd kon worden. In het interieur werden de portierpanelen, stuurwiel en stoelontwerp nog aangepast. Koplampen met Xenon-gasontladingslampen, die enkele maanden daarvoor voor het eerst in de nieuwe E-Klasse W210 waren voorgesteld, werden ook in de R129 leverbaar. Verdere technische verbeteringen betroffen de motoren en de versnellingsbak van de typen SL 500 en SL 600.
Bij beide modellen werd vanaf september 1995 een volledig nieuw ontwikkelde 5-traps automaat met Wandler koppelomvormer ingezet, die de voordien gebruikte bak met hydraulische regeling afloste. Basis was een elektronisch geregelde aansturing van de bak, die de schakelverhoudingen snel en zelfstandig aan elke rij-situatie aanpaste en die permanent met het elektronische motormanagement in verbinding stond. De motoren werden ter verdere vermindering van het brandstofverbruik en de schadelijke uitstoot nogmaals opgewaardeerd. De 5-liter V8 motor kreeg voor dit doel een gemodificeerde krukas, een geoptimaliseerde klepregeling, lichtgewicht zuigers, afzonderlijke bobines per cilinder en een verbeterd motormanagement systeem. De constructieve wijzingen aan de V12 motor bleven beperkt tot alleen de plaatsing van de bobines en het verbeterde motormanagement. Vanaf september 1995 stond voor beide modellen het Elektronische Stabiliteits Programma ter beschikking, dat de bestuurder door middel van sensorgestuurde remingrepen ondersteunde. Bij de SL 500 was het als extra leverbaar, bij de twaalfcilinder behoorde het tot de standaarduitrusting.
Wereldprimeur met remassistent
Vanaf juni 1996 was de nieuwe elektronisch geregelde automaat ook voor de zescilinders SL 280 en SL 320 leverbaar; bij de 2,8-liter variant op verzoek, bij de 3,2-liter als standaard. Sinds december 1996 konden de met deze automaat geleverde wagens ook met het ESP uitgevoerd worden. En men kwam weer met een wereldprimeur, die de actieve veiligheid diende, de remassistent. Deze voorziening werd standaard in alle modellen van de W140 en R129. Het systeem was in staat een noodstop te herkennen en kon, indien noodzakelijk, automatisch en binnen zeer korte tijd de maximale remdruk opbouwen. Vanaf april 1998 werd ESP bij de modellen SL 500 en SL 60 AMG in de lijst van standaardvoorzieningen opgenomen. Eind april 1998 werd op de Automobielsalon van Turijn een geactualiseerd SL-typenprogramma met nieuw ontwikkelde motoren en een licht gewijzigd ontwerp gepresenteerd. Tot de belangrijkste maatregelen van deze update behoorde de introductie van een nieuwe V-motorengeneratie met zowel zes als acht cilinders varianten. De M104 zes-cilinder lijnmotor en de M119 V8 werden daarbij afgelost. Dankzij drie-kleps techniek en dubbele ontsteking verbruikten de nieuwe motoren tot tien procent minder brandstof. Het topmodel SL 600 beschikte nog steeds over de M120 twaalfcilinder motor. De SL 60 AMG kwam te vervallen en was sinds juni 1998 niet meer leverbaar. Het ontwerp werd nogmaals beschaafd gemoderniseerd. Een licht gewijzigde achterzijde, waar de nu monochromatische achterlichtglazen in drie delen waren gevormd, een nieuwe ovale afdekking van de uitlaatpijp en een aanpassing aan de bumpers waren de kenmerken. Ronde vormen domineerden nu ook de buitenspiegels, die uit het SLK ontwerp kwamen. Portiergrepen en losse aanbouwdelen van de carrosserie werden net als de spiegels in de hoogglans kleur van de auto gespoten. De afmetingen en het ontwerp van de wielen werden ook vernieuwd. De gefacelifte SL-typen waren standaard met vijfgaats lichtmetalen velgen en banden in de maat 245/45 ZR17 uitgerust. In het voorjaar van 1999 werd het gamma van de R129 met twee bijzonder sterke modellen uitgebreid. De SL 55 AMG was van een 354 pk sterke V8 motor voorzien en de SL 73 AMG had een V12 aggregaat van 525 pk met een maximum koppel van 750 Nm. De topsnelheid was weliswaar elektronisch tot 250 km/u begrensd, maar op verzoek van de klant kon dit worden opgeheven.
2001 nieuwe generatie type R230
In augustus 1999 werd het ESP systeem ook bij de zescilinder modellen standaard geleverd. Twee jaar later, in juli 2001, kwam de allereerste SL van de nieuwe generatie R230 op de markt, een SL 500. Diezelfde maand liep in de fabriek in Bremen de laatste van in totaal 204.940 exemplaren van de R129 modelreeks van de band. Daarmee was dit model iets minder populair dan de R107 (237.287 stuks), maar met een jaarproductie van gemiddeld 16.500 auto’s had de R129 een hogere jaarproductie. Populairste model was de 500 SL met de M119 vierkleps-V8 5-liter motor waarvan 79.827 eenheden geproduceerd werden. De veruit zeldzaamste variant was de SL 280 met V6 motor, die vanaf 1998 als instapmodel fungeerde. Totaal rolden hier 1.704 stuks van de fabriek uit.
2001 – 2008 De R230
De R 230 werd gepresenteerd op de Frankfurt Motor Show van 2001. De introductie van een SL-reeks is immer weer een belangrijke mijlpaal voor Daimler-Benz. Met de nieuwe SL presenteerde Mercedes-Benz een tweepersoons sportieve cabriolet die voldeed aan de hoogste standaarden in techniek, rijeigenschappen en veiligheid, in een aansprekende en functionele vormgeving. De R 230 zet de traditie voort van de Super Leicht sportwagens die zijn oorsprong had in de vleugeldeur van de jaren vijftig. De nieuwe SL werd gedurende tien jaar geproduceerd in een aantal van bijna 170.000 exemplaren en kende in 2006 en 2008 twee zogenaamde ‘Modelpflegen’. De R 230 was duur en wat aan de zware kant, maar kende met zijn sublieme rijeigenschappen en comfort, waaronder hetstalen variodak geen gelijke. De auto was zeker value for money.
Introductie
Het design van de nieuwe SL is ontstaan onder leiding van Peter Pfeiffer, de opvolger van Bruno Sacco. Voor de techniek was Frank Knotke verantwoordelijk en Bernd Pietschen had de functie van strategisch projectleider. Begin 1996 werd de ontwikkeling van de nieuwe SL gestart. Opvallend aan het uiterlijk zijn de dubbele koplampen, een stijl die ook al was toegepast in de E-klasse en de nieuwe C-klasse. De achterkant was een stuk minder hoekig dan die van de R129. Ook de vorm van de achterlichten die op de hoeken waren gesitueerd droegen bij aan een dynamische vormgeving, met fraaie details als de lucht-roosters in de zijschermen en op de motorkap. De auto zag er een stuk sportiever uit dan de R 129, deze was ontwikkeld in de jaren tachtig en inmiddels wel gedateerd.
Het design van de kleinere SLK was een stuk eenvoudiger maar had wel een aantal overeenkomsten. Door de iets grotere lengte en toegenomen wielbasis oogde de R 230 lager dan zijn voorganger. Ook met gesloten stalen kap zag de R 230 er mooi gestroomlijnd uit. De C-waarde was weer iets gedaald t.o.v. zijn voorganger 0,29 tegenover 0,31 in gesloten toestand. Met open kap was dit verschil echter veel groter 0,34 tegenover 0,43.
Bij elke modelwissel krijgen de ontwikkelaars weer een aantal opdrachten mee, in dit geval zou de nieuwe SL lichter en weer sneller en comfortabeler, met meer beenruimte en een grotere kofferruimte, moeten zijn. Het laatste gold alleen bij een gesloten kap, de kap slokte bij open rijden een behoorlijk deel van de bagageruimte op. Het dakmechanisme bestond uit 11 motoren en 17 switches. Voordeel van het variodak was natuurlijk dat de vaste hardtop niet meer nodig was, dat scheelde een hoop gedoe bij het opzetten en afhalen en ook in de opslag. Het dak opent en sluit zich in slechts zestien seconden. Met een nieuw model werden de veiligheidsvoorzieningen ook weer verbeterd. De Roll-over bar bleef, net zoals de in de stoel geïntegreerde veiligheidsgordels. Speciale balken in de deur moesten zijwaartse aanrijdingen beter opvangen.
Interieur
De binnenruimte was op alle fronten rianter geworden, met betere verstelmogelijkheden van de stoelen, het gehele interieur straalde kwaliteit uit. De bedieningselementen bleven gesitueerd op de bekende plaatsen De elektrische stoelbediening met memoryfunctie behoorde tot de standaarduitvoering. De knoppen voor de bediening waren fraai verwerkt in de deurpanelen. Naast stoelverwarming was er optioneel een stoelventilatiesysteem verkrijgbaar. Net zoals bij de S-klasse was de bediening van comfortmogelijkheden (multicontour) van de stoelen zoals de opblaasbare kussens, de massagefunctie en de dynamische instelling verhuist naar de voorzijde van de zetels.
Opvallend aan de middenconsole, die nu een veel vloeiendere verbinding vormde tussen de linker- en rechterhelft, was het Comand multischerm. Hierin zijn de navigatie, de geluidsinstallatie, de TV-functie en de telefoonbediening samengevoegd. In de console, net onder het Comandsysteem zijn ook cuphouders opgenomen, een verplichte accessoire voor een auto die op de Amerikaanse markt verschijnt, en voor de SL was de USA een belangrijk verkoopkanaal. De bediening van de afzonderlijk instelbare klimaatzones zit gemakkelijk bereikbaar achter de versnellingspook. De airconditioning is voorzien van een sensor, die automatische de recirculatiestand inschakelt bij slechte lucht-kwaliteit in de auto.
Rondom de pook zijn knoppen geplaatst voor bediening van versnellingsbakmodus, waaronder de Distronic-afstandbepaler en de vering. Aan de rechterzijde bevindt zich het dashboardkastje dat gekoeld wordt door de airconditioning. Uiteraard is de auto verder voorzien van een aantal airbags. De optie ‘kinderzitjes achterin’ werd niet meer aangeboden, die plek was nu gereserveerd voor opvangbakken, waarvan er één gebruikt wordt voor plaat-sing van de CD-wisselaar, voorzover aanwezig.
Techniek
Na de introductie was als eerste de SL 500 verkrijgbaar. De motor was overgenomen van de R129, maar kende aanpassingen op het gebied van het koelsysteem en de elektronische benzine-inspuiting. De oervorm van deze motor
dateert van 1979. Het was een zeer betrouwbare achtcilinder motor. In de R 129 en in de W 140 S-klasse kende het blok een upgrade in de vorm van dubbele nokkenassen, vierkleppentechniek en een variabele kleptiming (M119). Rond 1997 werd het blok weer aangepast geheel volgens de nieuwe motorenfilosofie van Mercedes-Benz, de zescilindermotor in lijn werd vervangen door een V6 blok en alle motoren in de SL en S klasse werden nu voorzien van driekleppen per cilinder, alwaar voor de bediening één nokkenas per cilinderrij afdoende was. De ontsteking kende nu een twin-spark (dubbele bougies) systeem. Het 500 motorblok had nu de codering M113 E50. De AMG-equivalent hiervan met een 5,4 liter inhoud kreeg de benaming M113 E55, wat de benaming SL 55 AMG logisch maakt. Door gebruik te maken van slechts één uitlaatklep ging er minder warmte verloren en werd de katalysator sneller opgewarmd. De nieuwe motoren waren door gebruik te maken van meer lichtmetalendelen ook weer in gewicht afgenomen. In combinatie met de twin-sprak technologie waren de motoren zo’n 10 procent zuiniger geworden, warmden sneller op en werden schoner. De V6 motoren waren voorzien van een balansas om trillingen tegen te gaan.
Bij de introductie was de motor gekoppeld aan een elektronisch gestuurde vijftrapsautomaat. Deze had nu de mogelijkheid om vanuit de Drive positie handmatig te gaan op- en terugschakelen.
Het computergestuurde ABC veersysteem werd standaard toegepast op de nieuwe SL. Het verscheen voor het eerst in de topmodellen van de S-klasse-reeks. Het systeem bestaat uit hydraulische geregelde veerpoten, waarmee een optimaal regelbare demping verkregen wordt, comfortabel of sportief, afhankelijk van de rijomstandigheden. Via een knop kunnen instellingen tijdens het rijden aangepast worden. Het systeem zorgt ervoor dat de auto bij hogere snelheden wat lager en dus strakker op de weg komt te liggen en kent ook een niveauregelfunctie.
De stuurinrichting werd vervangen door een tandheugelsysteem, wat directer werkt en onder wisselende omstandigheden zeer precies aanvoelt en snel reageert. Het remsysteem was er ook op vooruit gegaan met grotere geventileerde remschijven. Uiteraard wordt de ondersteuning verzorgd door ABS (Anti Blokkeer Systeem), ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma) en BAS (Brake Assistent Systeem). Daarnaast kent de R 230 een Senso Brake systeem, wat bestaat uit een hydraulische accumulator die remvloeistof onder een constante hoge druk houdt en gestuurd wordt door sensoren. Via deze geregelde remdruk op elk wiel is de remreactietijd minimaal. In samenwerking met de andere sturingssystemen wordt zo de rijveiligheid bevordert.
Uiterlijk
De SL 500 werd standaard uitgevoerd met 7 spaaks 17 inch aluminium wielen voorzien van 255/45 banden. De 18 inchs velgen werden toegepast op de AMG-versies. Alle R 230’s werden uitgevoerd met de veiligheidssystemen ABC, EPS, SBC en BAS en front- en sideairbags. Verder behoren een automatische versnellingsbak, Xenon lampen, elektrische verstelbare stoelen en stuurwiel met memoryfunctie, automatische airconditioning, getint glas en elektrisch verstelbare ramen tot de standaarduitrusting. Cruise controle en een achtspeaker radio/casette geluidsysteem complementeerden het geheel tot een ongekend rijk uitgeruste auto in de standaarduitvoering. Maar daarnaast was er nog een aanzienlijke optielijst om de auto geheel naar wens te maken. Voor gemaksfuncties zoals Distronic (afstandhoudende Cruise Control), Key-less Go, Comfortstoelen, inklapbare spiegels en het Comand navigatiesysteem moest worden bijbetaald. En bij een dergelijk auto hoorde eigenlijk wel een goede geluidsinstallatie, een Bose systeem met CD-wisselaar was ook tegen meerprijs verkrijgbaar.
AMG
Een SL-programma was pas compleet met een AMG-versie en deze werd gelijk al bij de introductie in Frankfurt voorgesteld als SL 55 AMG. De sportwagen had een enorme performance. Onder testrijders, en dus in de media, werd de auto de hemel in geprezen. Sinds 1993 werden AMG-uitvoeringen verkocht in het dealernetwerk van Mercedes-Benz en in 1999 werd het bedrijf officieel onderdeel van het Daimler concern (destijds Daimler Chrysler). De M113 E55 AMG motor uit de R 129 werd voorzien van een ‘kompressor’ wat een vermogenswinst van zo’n 122 pk opleverde. Daarmee werd duidelijk afstand genomen van de standaard SL. De AMG-versie maakte van de SL een supersportwagen, snel te berijden maar ook geschikt als dagelijks te gebruiken auto met een 5,5 liter V8 van 500 pk en 700 Nm onder de kap. Zeer indrukwekkende cijfers vooral ook in vergelijking met de concurrentie. Het uiterlijk kreeg bekende AMG kenmerken, waaronder de body-kit met 18 inch velgen, dubbele uitlaatpijpen aan zo-
wel de linker- als de rechterzijde. Voor de vering werd de ABS-software aangepast en de remklauwen en de rem-
schijven waren vergroot. Aan het interieur veranderde niet zoveel. Naast wat AMG-badges was het stuur voorzien van flippers om snel handmatig te kunnen schakelen. De lederen bekleding was voorzien van perforatie en de multicontourstoelen behoorden tot de standaarduitrusting.
Zes- en twaalfcilinders
Op de Autosalon van Parijs Salon, werd de SL 350 gepresenteerd. De nieuwe 3,7 liter V6 (M 112) was nu ook voor de SL beschikbaar en feitelijk een 500 motor met twee cilinders minder. De cilinderinhoud per cilinder was identiek. Een blokhoek van 90 graden is ideaal voor een V8 motor, maar niet voor de V6 blok, vandaar dat Mercedes balansassen monteerde. Standaard werd de 350 uitgevoerd met een zesversnellings semi-automaatbak. De automatische vijfbak die in de andere modellen de standaard was, kon geleverd worden tegen een meerprijs. Met flippers op het stuur kon de zesbak bediend worden. De SL 350 had een traditioneler veersysteem, ABC stond op de optielijst. In Nederland werden overigens alle SL’s wel met ABC vering uitgeleverd. Een bijzondere optie, ook verkrijgbaar op de hardtop van de R 129, was het panorama dak. Evenals de Distronic afstandsradar was het geen geen goedkope optie.
Op de Detroit Show van 11 januari 2003 werd de V12 gelanceerd. Het model maakte de modellenreeks compleet. De V12 Biturbo 5,5 liter motor (M275) was een bijzonder stukje techniek en functioneerde al in de S-klasse W 220 en de Maybach. De prestaties lagen op hetzelfde nivo als van de SL 55 AMG, wel bij een wat hoger wagengewicht. Deze motor had weer wel de ideale blokhoek van 60 graden, dus balansassen waren niet nodig. Ook hier was de cilinderkop voorzien van één nokkenas, drie kleppen en twee bougies per cilinder. De SL 600 kon gezien al het ultieme luxe model uit de R 230 reeks en de SL 55 AMG de meeste sportieve variant.
In juni 2003 verscheen al een speciale editie van de R 230 met de naam Mille Miglia 2003. Deze versie werd uitgevoerd in de kleur Silver Arrow, had speciale vijfspaaks velgen, een Panoramadak, tweekleuren rood-zwart Nappaleder, matte aluminium sierdelen, een Comand systeem met CD-wisselaar en een Bose geluidsinstallatie. Verder behoorden tot de uitrusting parkeersensoren (Parktronic) en speciale badges en vloermatten. Voor de AMG kwam het Performance Pakket beschikbaar met een aangepast aerodynamische body kit, opgewaardeerde remmenen vering en 19 inch velgen. Met deze P30 optie werd de SL een kopie van de FIA Formule 1 Safety Car van die tijd.
Aan het eind van 2003 kwam Mercedes als eerste met een zeventraps-automaat. Met een kortere eerste en een langere hoogste versnelling en daartussen zogenaamde close-ratio stappen zorgde de bak voor een gunstiger verbruik en betere prestaties. De koppelomvormer had een lock-up voor alle versnellingen. Deze automaat werd gekoppeld aan de 5,0 liter V8. De V6, de AMG en de SL 600 behielden de vijftraps-versie.
Vlak voor de jaarwisseling werd ook de nieuwe zescilinder 3,5 liter motor met 24 kleppen, dubbele nokkenassen en gewoon weer één bougie per cilinder gepresenteerd. In 2006 zou deze een plaats krijgen in de SL. Ook werd een nieuwe transparante lak aangekondigd met nanotechnologie, die auto beter zou moeten beschermen tegen krassen. Mercedes-Benz was bezig af te rekenen met het roestdebacle dat begon in het midden van de jaren negentig. Het Comand syteem met navigatie en audiobediening ging nu tot de standaarduitvoering behoren.
Super AMG
Op de New York show werd de SL 65 AMG gelanceerd. De V12 was aangepast tot een inhoud van bijna 6,0 liter en ontwikkelde daarbij een vermogen meer dan 600 pk. Door AMG werden diverse modificaties doorgevoerd om er een betrouwbare krachtbron van te maken. Het maximum koppelmoment werd beperkt tot een nog steeds waanzinnige 1.000 Nm om de aandrijflijn enigszins te sparen. De remmen, de vering en de body kit waren overgenomen van het Performance Package.
In september 2004 werd alweer een ‘Special Edition’ aangekondigd. Vanaf 2005 zou ‘The Edition 50’ aangeboden worden, in het kader van 50 jaar SL. Deze waren alleen beschikbaar als linksgestuurde SL 350 of SL 500 uitvoeringen in de lakkleuren Silver Arrow of Designo briljant. Begin 2004 verdween de semi-automatische versie van de SL 350 uit het programma.
Nieuwe motoren
De 3,5 liter mocht in 2006 eindelijk zijn opwachting gaan maken in de R230, dit blok presteerde beter op het gebied van vermogen, emissie en benzineverbruik. De cilinderinhoud was nu weer in overeenstemming met de naam (SL 350). De V8 (M273) en de V6 (M272) hadden een gelijke constructie en werden gekoppeld aan de zeventraps automatische bak. Op verzoek kon er een 7G-tronic Sport transmission besteld worden met schakelflippers aan het stuur en met kortere schakeltijden. De motorinhoud van de SL 500 was gestegen tot 5,5 liter, maar alleen in de USA werd de naam aangepast naar SL 550.
De Exhaust Gas Recirculation (EGR) en het uitlaatsysteem werden onder handen genomen waardoor de SL’s voldeden uit meest strengende emissie-eisen. Verder werd het ABC veerssysteem aangepast, het reageerde nu nog sneller en hield de auto strakker aan de weg bij bochtenwerk. Het remsysteem van de SL 55 AMG werd ook herzien.
Kijken we naar de carrosserie dan valt op dat de radiator grill nu drie lammellen heeft i.p.v. vier, welke voorzien zijn van chroomstrips, zoals de SL 600 al van oorsprong had. De achterlampunits hebben nu een lichte horizontale band, precies in het midden.
Black series
Er zijn altijd liefhebbers die op zoek zijn naar iets meer, iets unieks. Daarvoor ontstonden de Black series, een overtreffende trap van de bestaande AMG-modellen, gemaakt in een beperkte oplage. De SL 65 AMG Black Series was een limited edition van 350 stuks. Op het moment van lancering was de gehele oplage al verkocht. Opvallend is dat van alle geleverde SL 65 AMG’s van na de facelift de helft Black Series waren. Feitelijk waren de Black Series coupé’s. Het vouwdak had plaats gemaakt voor een carbonfiber vast dak. Carbon werd ook gebruikt voor nieuwe panelen rondom de wielkasten die de SL Black Series breder en imposanter maakten. De spoilers en bumpers veranderen uiteraard ook mee. Alleen de deuren, spiegels en de achterpanelen, maar dan wel uitgebouwd, werden overgenomen van de basis SL. Technisch waren er kleine aanpassingen waardoor de BS bijvoorbeeld iets sneller schakelde. De SL Black Series woog 250 kg. minder dan de standaard SL. Dit maakte de auto ook nog sneller.
Limited Edition
Eind 2008 bracht Mercedes wederom een limited edition uit, de SL 63 AMG Edition IWC in een aantal van 200 stuks, met een Kasmir witte lak en een Tobago bruin lederen bekleding en zonder typeplaatje. In 2009 werd de SL 280 omgedoopt tot SL 300, Een andere speciale versie, van januari 2010, was de Night Edition, verkrijgbaar op de SL 300, SL 350 en SL 500. Deze versie omvatte 770-AMG velgen, zilverkleurige remklauwen, donkergetinte lampunits, speciale zwarte Nappa lederen bekleding met contraste-
rende stiksels, stoelverwarming, Airscarf en wat chroomdelen en badges. De volgende generatie SL, de R231, werd aangekondigd in december 2011, de verkopen startten drie maanden later. Qua uiterlijk had de nieuwe SL veel weg van zijn voorganger, de R 231 was alleen net iets groter. Een duidelijk onzichtbaar verschil was het afgenomen totaalgewicht door meer gebruik te maken van lichtgewicht delen.
De echte Modelpflege
Op de Show van Geneve in maart 2008 werd de geface-lifte R 230 gepresenteerd. Het front met de nieuwe koplam-
pen en motorkap zag er een stuk sportiever uit, nu met twee bolvorminge lijnen in de lengterichting. De dubbele kop-
lampen waren al uit het Mercedes-Benz programma aan het verdwijnen zoals bij de nieuwe C-klasse in 2007. In praktijk werden de meeste SL’s al besteld met het AMG styling pakket. De voor- en achterbumper en de gril daarvan zijn strakker vormgegeven. De aanpassingen vormden de opmaat naar de R 231, die in 2011 de R 230 zou opvolgen.
Ook het interieur was op een aantal punten aangepast. Allereerst viel het nieuwe driespakige stuurwiel op met ronde clusters van knoppen voor de bediening van de telefoon/geluidssterkte en voor bediening van de bordcomputer. De snelheidsmeter en toerenteller waren nu voorzien van een witte band. Het navigatiesysteem had ook een upgrade ondergaan. Harman Kardon werd de leverancier van een surround-geluidsinstallatie met tien luidspeakers. De stoelen waren ook aangepast en hadden nu zes banen op zowel het zitgedeelte als de leuning.
Een noviteit voor de SL was de Airscarf, deze werd als eerste toegepast op d R 171 SLK en bestaat uit een paar ventilatoren, een verwarmingselement en een luchtuitstroomopening in de hoofdsteunen.
De AMG-versies hadden een strakkere motorkap met een bredere uitstulping. De voor- en achterlampen zagen er ook net anders uit, met een donkerdere sectie. Verder waren de AMG’s herkenbaar aan de glanzend zwarte strip onder de voorbumper voor de V8 modellen, en een mat zilveren strip voor de V12 modellen. Ook kwamen er nieuwe velgen voor de AMG. Verder stond er een carbonfiber pakket op de optielijst. Het nieuwe stuurwiel was aan de onderzijde niet meer geheel rond wat er sportiever uitzag.
Als instapmodel ontstond de SL 280 met de nieuwe 3,0 liter V6 motor (M272 E30) met een vermogen van 230 pk. De aangepaste 3,5 liter V6 bracht het nu tot 311 pk (+ 39 pk) door een verhoogde compressieverhoudingen en aanpassingen in de klepbediening en ook door gebruik te maken van lichtere zuigers.
De 55 AMG motor moest het veld ruimen voor de ongeblazen 6.2 liter hoogtoerige motor met een vermogen van 512 pk (M156 E63 AMG). Deze motor werd gekoppeld aan 7 traps automaat (MCT transmissie), die geen koppelomvormer meer had, maar wel een dubbele natte plaat koppeling, een product van ZF Sachs. Het vormde de beste combinatie van een handgeschakelde en automatische versnellingsbak. De V12 modellen bleven het doen met een vijftrapsautomaat. De M156 E63 motor is welbekend uit de SL-AMG en vond zelfs ook zijn weg in de C-klasse.
Als veiligheidsitem werd de optie Intelligent Light System (ILS) aangeboden, dat o.a. een betere belichting bij het
berijden van bochten gaf.
Black series
Er zijn altijd liefhebbers die op zoek zijn naar iets meer, iets unieks. Daarvoor ontstonden de Black series, een overtreffende trap van de bestaande AMG-modellen, gemaakt in een beperkte oplage. De SL 65 AMG Black Series was een limited edition van 350 stuks. Op het moment van lancering was de gehele oplage al verkocht. Opvallend is dat van alle geleverde SL 65 AMG’s van na de facelift de helft Black Series waren. Feitelijk waren de Black Series coupé’s. Het vouwdak had plaats gemaakt voor een carbonfiber vast dak. Carbon werd ook gebruikt voor nieuwe panelen rondom de wielkasten die de SL Black Series breder en imposanter maakten. De spoilers en bumpers veranderen uiteraard ook mee. Alleen de deuren, spiegels en de achterpanelen, maar dan wel uitgebouwd, werden overgenomen van de basis SL. Technisch waren er kleine aanpassingen waardoor de BS bijvoorbeeld iets sneller schakelde. De SL Black Series woog 250 kg. minder dan de standaard SL. Dit maakte de auto ook nog sneller.
Limited Edition
Eind 2008 bracht Mercedes wederom een limited edition uit, de SL 63 AMG Edition IWC in een aantal van 200 stuks, met een Kasmir witte lak en een Tobago bruin lederen bekleding en zonder typeplaatje. In 2009 werd de SL 280 omgedoopt tot SL 300, Een andere speciale versie, van januari 2010, was de Night Edition, verkrijgbaar op de SL 300, SL 350 en SL 500. Deze versie omvatte 770-AMG velgen, zilverkleurige remklauwen, donkergetinte lampunits, speciale zwarte Nappa lederen bekleding met contraste-
rende stiksels, stoelverwarming, Airscarf en wat chroomdelen en badges. De volgende generatie SL, de R231, werd aangekondigd in december 2011, de verkopen startten drie maanden later. Qua uiterlijk had de nieuwe SL veel weg van zijn voorganger, de R 231 was alleen net iets groter. Een duidelijk onzichtbaar verschil was het afgenomen totaalgewicht door meer gebruik te maken van lichtgewicht delen.